Zo creëer je veiligheid in een training

1. Bewaak fysieke en psychologische veiligheid

Als je wilt werken met vechtsport als middel. Is veiligheid een absolute voorwaarde. Deze neem je serieus door hier expliciet aandacht aan te besteden.

Ga er niet vanuit dat mensen zelf ook wel snappen dat je normaal moet doen. “normaal” is een gevaarlijk criterium omdat het subjectief is.

Zeker als je werkt met mensen met verstandelijke of fysieke beperking, een aan autisme verwante stoornis, een matige motoriek, geen of weinig sportervaring.

Wij hebben in de praktijk mogen leren dat hoogopgeleid, directeur en intelligent niet automatisch leiden tot verantwoord gedrag in een fysieke training. Juist ook omdat vechtsport iets primairs in mensen naar boven haalt. Bespaar jezelf deze (letterlijk) pijnlijke les.

Als trainer/coach/behandelaar aan jou de taak om deze veiligheid te waarborgen. Daarvoor een aantal praktijk tips:

  •  Start met een kort overzicht van wat je gaat doen. Een deel van je deelnemers zal zich meer op zijn gemak voelen als ze weten waar ze aan toe zijn. Ontspannen deelnemers leren en functioneren beter in je training.
  • Benoem dat er een fundamenteel verschil is tussen vechten en vechtsport. Vechten gaat om agressie en elkaar beschadigen, vechtsport gaat om beheersing en respect. Dit mag je verwachten van mensen zodra ze bokshandschoenen aantrekken.
  • Zorg voor volledige stilte tijdens de uitleg. Hiermee laat je zien dat je oog hebt voor rust en detail.
  • Grijp in ver voordat het écht uit de hand loopt, hiermee geef je een signaal af naar ‘te enthousiaste’ en de angstige deelnemers. “Aha, deze persoon houdt het goed in de gaten.”
  • Durf te begrenzen, juist bij degenen die veel energie hebben, veel praten en lachen. De mensen met een “hoge energie” gaan sneller onbedoeld over de grenzen van anderen.
  • Vertel iets over je eigen kwetsbaarheid, als trainer heb je een voorbeeldrol. Bijvoorbeeld: “Toen ik voor het eerst bokshandschoenen aanhad, voelde ik me zó onhandig. Ik had geen idee wat ik ermee moest. Klappen krijgen leek me spannend, maar ze uitdelen ook!” Hiermee zet je een cultuur neer in je training waarin ruimte is voor echtheid. Als jij authentiek bent voorkom je een groot deel van ego’s en haantjesgedrag.
  • Zeg expliciet: Dit doen we wel en dit doen we niet. Voorbeeld: “Het is contactsport: je mag elkaar best uitdagen, niet beschadigen. Het gaat erom dat we hier sterker van worden dus je mag de grens opzoeken maar er niet overheen. Dit doe je door na elke ronde oogcontact te maken en te vragen of het nog ‘ok’ was zo.” Verder adviseren wij iedereen met klem om niet naar het hoofd te boksen met beginners.
  • Als laatste voor nu en zeer belangrijk: Geef mensen de mogelijkheid tot time-out. Geef duidelijk aan dat iedereen mag zeggen: “time-out!” en eruit mag stappen. Als het teveel wordt, te snel gaat of iemand zich om wat voor reden dan ook onveilig voelt. Zowel 1-op-1 als in groepen.

Dit is een stuk uit het (luister)boek Bokscoaching Basics geschreven door Berend Oosterhuis. Dit is te luisteren op de app Storytel en zal ook als papieren boek worden uitgegeven.

Wil je meer leren over vechtsport als middel in training en coaching? Boksen inzetten om mensen te helpen? Doe dan mee met de BAM dag. BAM staat voor Boksen als agogisch middel.

Dit is de basis van ons werk in één dag training –> KLIK HIER

 

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *